Opdracht 1 *
Een van de personen uit jouw boek houdt een dagboek bij. Je mag zelf kiezen of dat de hoofdpersoon of een van de andere personen uit het boek is. Kruip in de huid van die persoon en schrijf een stuk uit zijn/haar dagboek. Ongeveer 200 woorden.
Opdracht 2 *
Maak een abc-tekst bij het boek. Bijvoorbeeld: de a is van angst die Rosa voelt als zij …, de b is van brugklas waar Rosa naar toe gaat, enzovoort. De letters q, x en y hoeven niet.
Opdracht 3 **
Schrijf een verzonnen interview met de hoofdpersoon. Stel zes vragen aan hem of haar. Bedenk open vragen die te maken hebben met gebeurtenissen uit het verhaal. Bedenk vervolgens de antwoorden op deze vragen. Minimaal 150 woorden.
Opdracht 4 **
Schrijf een andere flaptekst voor jouw boek.
Opdracht 5 ***
Maak duidelijk wat de gevolgen voor dit verhaal zouden zijn als het verhaal op een andere plaats zou afspelen. Bijvoorbeeld in de stad in plaats van op het platteland of in Afrika in plaats van in Nederland. Beschrijf wat de gevolgen zijn aan de hand van een gebeurtenis uit het verhaal. Minimaal 150 woorden.