In het boek Haar naam was Sarah wordt het tienjarige meisje Sarah, wonend in Parijs, samen met haar ouders en tienduizenden andere Joden opgepakt en naar het wielerstadion Velodrome d’Hiver in Parijs afgevoerd. Niemand heeft gezien dat Sarah haar broertje Michel in een diepe inbouwkast opsloot, voordat de politie binnenviel. Ze zou later op de dag terugkomen om hem weer op te halen. Sarah houdt de sleutel bij zich.
Sarah weet op dat moment nog niet dat zij haar broertje niet terug zal zien. Zij draagt de sleutel al die tijd bij zich. ‘Ben je bang daarbinnen?’ vroeg ze zachtjes, terwijl de mannen hen riepen. ‘Nee, ‘ zei hij. ‘Ik ben niet bang. Sluit mij maar op. Ze krijgen me niet te pakken.’ Ze sloot de deur voor het kleine witte gezichtje en draaide de deur op slot. Toen liet ze de sleutel in haar zak glijden.
Zestig jaar later schrijft de Amerikaanse journaliste Julia in Parijs een artikel over het Velodrome d’Hiver, wat daar is gebeurd. Ze duikt hiervoor in de archieven en ontdekt een geheim van haar schoonfamilie. De journaliste gaat het spoor van Sarah volgen om zo te weten te komen wat er zich heeft afgespeeld. Er lopen dus twee verhaallijnen naast elkaar, die goed van elkaar te onderscheiden zijn.
Julia volgt het spoor van Sarah, zowel in de oorlog als na de oorlog. Tegelijkertijd speelt het verhaal van de journaliste Julia in het hier-en-nu. Julia heeft veel problemen met haar echtgenoot en haar schoonouders bij wie ze in het verleden aan het kijken is.
Het boek leest vlot weg. De korte hoofdstukken zorgen hiervoor. Alles wordt heel duidelijk beschreven, waardoor je zelf niet na hoeft te denken en je gemakkelijk door het boek hen leest. Hierdoor wordt het verhaal je snel eigen gemaakt. Het is een pakkend verhaal, dat je door wilt blijven lezen. Een verhaal waar je af en toe een traantje bij wegpinkt.
Sarah weet op dat moment nog niet dat zij haar broertje niet terug zal zien. Zij draagt de sleutel al die tijd bij zich. ‘Ben je bang daarbinnen?’ vroeg ze zachtjes, terwijl de mannen hen riepen. ‘Nee, ‘ zei hij. ‘Ik ben niet bang. Sluit mij maar op. Ze krijgen me niet te pakken.’ Ze sloot de deur voor het kleine witte gezichtje en draaide de deur op slot. Toen liet ze de sleutel in haar zak glijden.
Zestig jaar later schrijft de Amerikaanse journaliste Julia in Parijs een artikel over het Velodrome d’Hiver, wat daar is gebeurd. Ze duikt hiervoor in de archieven en ontdekt een geheim van haar schoonfamilie. De journaliste gaat het spoor van Sarah volgen om zo te weten te komen wat er zich heeft afgespeeld. Er lopen dus twee verhaallijnen naast elkaar, die goed van elkaar te onderscheiden zijn.
Julia volgt het spoor van Sarah, zowel in de oorlog als na de oorlog. Tegelijkertijd speelt het verhaal van de journaliste Julia in het hier-en-nu. Julia heeft veel problemen met haar echtgenoot en haar schoonouders bij wie ze in het verleden aan het kijken is.
Het boek leest vlot weg. De korte hoofdstukken zorgen hiervoor. Alles wordt heel duidelijk beschreven, waardoor je zelf niet na hoeft te denken en je gemakkelijk door het boek hen leest. Hierdoor wordt het verhaal je snel eigen gemaakt. Het is een pakkend verhaal, dat je door wilt blijven lezen. Een verhaal waar je af en toe een traantje bij wegpinkt.